Alle berichten van Cel Biologie

Nog enkele zomerse activiteiten in Oostende

Het Marien Ecologisch Centrum bestaat reeds meer dan 30 jaar en organiseert met haar vrijwilligersgroep natuur- en milieugerichte activiteiten ter bescherming van de biodiversiteit aan onze kust.

Een vereniging die zich inzet voor het mariene leven.

BEGELEIDE AVONDSTRANDWANDELINGEN VAN 19u.00 tot 21u.00

Bij zonsondergang neemt de gids je mee naar het strand waar de verschillende biotopen onder de loep worden genomen. De fauna en flora wordt er gedetermineerd en op naam gebracht. De data zijn zo gekozen dat de getijden op die momenten ideaal zijn. Hoe dat werkt is één van de vele aspecten die aan bod zullen komen.

De wandelingen gaan door op :

Woensdag, 09/08 – Donderdag, 10/08 – Woensdag, 23/08 en Donderdag, 24/08

Reserveren gewenst !

Rendez-vous : Marien Ecologisch Centrum Langestraat, 99 8400 Oostende

Jonge lui tot 14 jaar : € 2.00
Volwassenen : € 3.00

DE STRANDCABINE 2017 : EEN ONTMOETINGSPLAATS VOOR INFORMATIE OVER AL WAT NAAR ZOUT SMAAKT EN DE UITVALSBASIS VOOR HEEL WAT ACTIVITEITEN !

Hier een overzicht van de activiteiten die ze aanbieden vanuit de strandrangercabine. De cabine bevindt zich op het Klein Strand nabij het nationaal monument voor de Zeelieden die op zee gebleven zijn. De activiteiten zijn onder begeleiding van een gids en zijn volledig gratis. Aanvang telkens om 14.00u.

Datum Activiteit

Dinsdag, 01 augustus : Garnaal kruien

Woensdag, 02 augustus : Garnaal kruien

Donderdag, 03 augustus : Garnaal kruien

Vrijdag, 04 augustus : Krabben vissen

Zaterdag, 05 augustus : Krabben vissen

Zondag, 06 augustus : Krabben vissen

Maandag, 07 augustus : Krabben vissen

Dinsdag, 08 augustus : Krabben vissen

Woensdag, 09 augustus : Krabben vissen

Donderdag, 10 augustus : Krabben vissen

Vrijdag, 11 augustus : Krabben vissen

Zaterdag, 12 augustus : Krabben vissen

Zondag, 13 augustus : Krabben vissen

Maandag, 14 augustus : Krabben vissen

Dinsdag, 15 augustus : Krabben vissen

Woensdag, 16 augustus : Krabben vissen

Donderdag, 17 augustus : Garnaal kruien

Vrijdag, 18 augustus : Garnaal kruien

Zaterdag, 19 augustus : Krabben vissen

Zondag, 20 augustus : Krabben vissen

Maandag, 21 augustus : Krabben vissen

Dinsdag, 22 augustus : Krabben vissen

Woensdag, 23 augustus : Krabben vissen

Donderdag, 24 augustus : Krabben vissen

Vrijdag, 25 augustus : Krabben vissen

Zaterdag, 26 augustus : Krabben vissen

Zondag, 27 augustus : Krabben vissen

Maandag, 28 augustus : Krabben vissen

Dinsdag, 29 augustus : Krabben vissen

Woensdag, 30 augustus : Krabben vissen

Donderdag, 31 augustus : Krabben vissen

Zaterdag, 02 september : Noordzee exploratie

Zondag, 03 september : Krabben vissen

Zaterdag, 09 september : Noordzee exploratie

Zondag, 10 september : Krabben vissen

Zaterdag, 16 september : Noordzee exploratie

Zondag, 17 september : Krabben vissen

Zaterdag, 23 september : Krabben vissen

Zondag, 24 september : Krabben vissen

Zaterdag, 30 september : Noordzee exploratie

Zondag, 01 oktober : Garnaal kruien en afsluiten van het tweede jaar strandcabine !!!

Met dank aan de gidsen van Horizon Educatief, het Marien Ecologisch Centrum en de
Jobstudenten.

Ook dank aan het Stadsbestuur van Oostende en het Wereld Natuurfonds, die het
Marien Ecologisch Centrum bij dit project op alle vlakken hebben ondersteund.

Bezoekerscentrum is geopend:
Vanaf woensdag tot en met zondag van 13u00 tot 17u00
Marien Ecologisch Centrum vzw
Langestraat 99
B-8400 Oostende
Tel.: 059 43 07 02
info@marinecocenter.be

Oerwalvis hoorde als een varken

Door Steijn van Schie

Reconstructie van de oerwalvis Protocetus atavus, die ruim 40 miljoen jaar geleden in Afrikaanse kustwateren leefde. Illustratie Nobu Tamura

Communicatie met infrasoon en ultrasoon geluid is een relatief recente ontwikkeling in de evolutie van walvissen, concluderen Franse paleontologen 8 juni in Current Biology. Ze analyseerden de gefossiliseerde gehoorgangen van Protocetus, een uitgestorven geslacht walvissen die zich 45 miljoen jaar geleden zowel op het land als in het water begaven.

Hun slakkenhuis toont sterke overeenkomsten met terrestrische zoogdieren, zoals varkens, nijlpaarden en kamelen, en niet met moderne walvissen en dolfijnen. De walvisvoorloper kon dus niet over lange afstand communiceren of voorwerpen lokaliseren met echolocatie. Deze eigenschappen evolueerden pas toen walvisachtigen volledig aquatisch werden. Volgens de onderzoekers toont dit aan dat de evolutionaire geschiedenis van walvissen complexer is dan gedacht.

3-D reconstructie van het in een fossiel aangetroffen labyrint van een oerwalvis. Visualisatie Mikaël Mourlam & Maeva Orliac

Dit artikel verscheen in Bionieuws 11 van 17 juni 2017.

Bron :

http://www.bionieuws.nl/artikelen/oerwalvis-hoorde-als-een-varken/

 

8 juni WereldOceaanDag 2017 – SEAfety First

Met 82 bemande reddingsposten is de Vlaamse kust voor strandgangers een van de veiligste ter wereld. Redders, waarschuwingsborden, vlaggen en boeien zorgen ervoor dat we zorgeloos kunnen genieten van een dagje zon, zee en strand. Toch blijft het strand een uitdagende omgeving waar het gevaar soms uit onverwachte hoek komt. Tijdens WereldOceaanDag in Oostende op 8 juni en gedurende de ganse zomer tijdens pop-up activiteiten langsheen de kust maak je kennis met een of meerdere van de 13 mogelijke strandgevaren. Sommige treden vaker op en veroorzaken kleine hinder. Andere komen uitzonderlijk voor, maar kennen mogelijks ernstige gevolgen. Op deze evenementen kom je te weten hoe je als strandbezoeker deze gevaren kan voorkomen. En wat je moet doen als je dan toch in een gevaarlijke situatie terecht komt. Omdat een verwittigd persoon er twee waard is: SEAfety First!

► We nodigen iedereen graag uit op WereldOceaanDag 8 juni in CC De Grote Post in Oostende voor een avondvullend programma o.a. met

  • Peter Troch, de getij-, golf- en stromingspecialist van de UGent,
  • Thierry Schissler, spoedarts van het AZ St Jan campus Serruys Oostende,
  • debat rond strandgevaren met Jan Bourgois (watersporter en omgevingsfysioloog, UGent) en Carl De Caluwé (provinciegouverneur West-Vlaanderen)
  • stand-up comedy door Claude Willaert
  • videogetuigenissen door redders van de Intercommunale Kustreddingsdienst West-Vlaanderen IKWV
  • een zeemarkt met interactieve demonstraties over verschillende gevaren en reddingsactiviteiten door onze partners

Bekijk het programma van WereldOceaanDag in al zijn details op de website van SEAfety First: www.vliz.be/seafetyfirst.
Deelname aan WereldOceaanDag is gratis, maar registratie is wel verplicht.

► Ook tijdens de maanden juni, juli en augustus zal SEAfety First hier en daar opduiken langs de Vlaamse kust. Onze partners broeden op: lezingen, doe-activiteiten, expo en rondleidingen.

Hou de website www.vliz.be/seafetyfirst in de gaten over het wat, hoe en wanneer van deze pop-up activiteiten!

BRON

Beleef de Oosterschelde tijdens de Europese dag van het Nationaal Park

Op woensdag 24 mei 2017 wordt in Europa de dag van het Nationaal Park gevierd. De Nationale Parken in Nederland organiseren op deze dag extra activiteiten.  Uiteraard ook het Zeeuwse Nationaal Park Oosterschelde.

Het Europese thema is dit jaar ‘Changing Climat, Changing Parks’. Nationaal Park Oosterschelde organiseert in dit kader in samenwerking met de MS Onrust een natuurvaartocht met als thema ‘Nationaal Park Oosterschelde in een veranderd klimaat’. Twee deskundige sprekers geven hun visie over dit thema aan boord tijdens de vaartocht: Weerman Jos Broeke en boswachter Paul Begijn van Natuurmonumenten.

Achtergrond Dag van het Nationaal Park:
Het eerste nationaal park werd in Europa op 24 mei 1909 in Zweden ingesteld. Hierna zijn vele nationale parken in Europa ontstaan. Naar aanleiding hiervan wordt jaarlijks “De Dag van het Nationaal Park” in Europa gevierd. Nederland kent 20 nationale parken, waarvan twee parken op particulier initiatief en achttien parken door de rijksoverheid zijn ingesteld. Het oudste park is NP Veluwezoom (1930) en het jongste park is NP De Alde Feanen (2006). De Oosterschelde is sinds 2002 een Nationaal Park.

 

BRON

Zeevonk weer te zien in het water!

DOMBURG – Langs de kust is op sommige plekken ’s nachts weer zeevonk te zien. Het eencellige organisme is niet goed met het blote oog te zien, maar op foto’s is een blauwe gloed in het water te zien.

Afbeeldingsresultaat voor zeevonk omroep
Blauwe gloed
“Die blauwe kleur zie je met je eigen ogen niet zo duidelijk. Ogen zijn in het donker veel minder gevoelig voor kleuren”, zegt nachtfotograaf Jan Koeman. “Maar maak je er een foto van, komt het heel duidelijk over.”

Zeevonk
Koeman was in Domburg op het strand en zag het water wat oplichten. “Toen dacht ik: dat zou weleens de zeevonk kunnen zijn.”
Zaklamp
“In het echt lijkt het alsof iemand met een zaklamp op de golven schijnt, maar zie je die blauwe gloed niet zo goed”, zegt Koeman. Mensen die de zeevonk zelf willen fotograferen moeten wel een camera hebben met een gevoelige sensor, anders is het fenomeen niet vast te leggen.

BRON

Wat is Zeevonk ?

één van de spectaculairste fenomenen die zich in zee afspelen, het zogenaamde ‘lichten van de zee’ of in meer geleerde termen ‘mariene bioluminescentie’. Dit fluo-groene lichtverschijnsel wordt veroorzaakt door een chemische reactie bij een ééncellig wiertje met de welluidende naam, de Zeevonk (Noctiluca scintillans). Deze laatste kunnen met name in het late voorjaar en de zomer massaal aanwezig zijn aan het oppervlak van kustwateren. Wanneer het water in beweging wordt gebracht door de branding, of bv. in het kielzog van schepen, gaan ze oplichten.

De Zeevonk is een bolvormig ééncellig organisme, gekenmerkt door een zweephaar, en tot 1 mm groot wordend (zie figuur). Door deze relatief indrukwekkende grootte voor een ééncellig wezen, kunt u het zelf overdag waarnemen als het massaal voorkomt en soms in zalmroze vlekken kan worden aangetroffen, bijeengedreven aan het oppervlak. Als je je hand in een dergelijke wolk laat zakken, kun je dan immers de individuele wiertjes ‘voelen’ als fijne korreltjes in het zeewater.

Zeevonk in de jachthaven van Zeebrugge. (foto: Hans Hillewaert) BRON

De Zeevonk is overigens niet het enige zee-organisme dat licht geeft. Naar schatting meer dan de helft van alle zee-organismen wereldwijd beheersen de kunst om luciferine te oxyderen in de aanwezigheid van een enzym (luciferase) en zo licht uit te zenden.

Afbeeldingsresultaat voor luciferin luciferase

Daarmee is bioluminescentie in zee – in tegenstelling met het land, waar bv. glimwormen bekend zijn als ‘lichtgevende’ dieren – hier één van de meest algemene fenomenen. Naast zweepwiertjes (waartoe de Zeevonk behoort), kunnen ook tal van bacteria, raderdiertjes, roeipootkreeftjes, mosseldiertjes, wormen, neteldieren, kamkwalletjes en vissen licht verspreiden. Je vindt ze op alle dieptes en in alle klimaatgordels.

In onze contreien is Zeevonk het best bekend voor zijn gratis ‘lichtreclame’. Maar ook andere zweepwiertjes, de kwal Pelagia perla en verschillende bacteria stralen hier soms licht uit.

Waarom doen ze het, zult u zich misschien afvragen? Afhankelijk van de condities, kan licht voedsel aantrekken, partners lokken of rovers misleiden. Voor Zeevonk neemt men aan dat vooral dit laatste aspect een rol speelt. Een visje dat zich bijvoorbeeld zou willen voeden met deze wiertjes, wordt bij elke beweging die hijzelf maakt, geconfronteerd met zich steeds weer verplaatsende lichtflitsen. Om het noorden te verliezen!

BRON

De wonderlijke wereld van de bioluminescentie

In de diepe en donkere oceanen maken vele zeedieren hun eigen licht voor de jacht, voortplanting en zelfverdediging. Bioluminescentie-deskundige Edith Widder was een van de eersten om deze glimmende wereld te filmen. Op TED 2011, brengt zij een aantal van haar flikkerende vrienden op het podium, en toont verbazingwekkende beelden van dit oplichtende onderzeese leven.

DOCUMENTAIRE TED

 

Biologen vissen gigantische scheepsworm op

Deze grote, zwarte, slijmerige ‘worm’ leefde op gifgas op de modderige zeebodem en is nu voor het eerst boven water gehaald.

18 april 2017

Biologen vissen gigantische scheepsworm op

Toen de oceanen nog werden bevaren door houten schepen waren de scheepswormen berucht. De tweekleppigen vraten gaten in het hout en na een lange reis moesten de schepen grondig worden gerepareerd. Inmiddels moeten de weekdieren het doen met drijfhout. Maar de soort Kuphus polythalamia dacht er anders over. Hij legde zich toe op het leven op gifgas in de modderige zeebodem. Dit ontdekte een internationaal team van biologen, dat voor het eerst een levend exemplaar naar boven haalde.

Bizarre ‘wortels’

Mensen weten al eeuwen van het bestaan van de grote scheepsworm. De karakteristieke ‘wortels’ van bijna 1,5 meter die uit de zeebodem staken werden voor het eerst beschreven in de achttiende eeuw. Maar niemand had enig idee hoe het dier er binnenin uitzag. Per toeval werden de onderzoekers gewezen op een documentaire op de Filipijnse tv waarin beelden werden vertoond van de bizarre wezens in een ondiepe lagune. De biologen haastten zich er naartoe en daar troffen ze inderdaad levende exemplaren van de scheepsworm aan.

Eentje werd naar boven gehaald. Hoofdonderzoeker Daniel Distel – die al 20 jaar gefascineerd is door de beesten – waste voorzichtig de plakkerige modder van de schelp en tikte de kap eraf. Vervolgens liet hij de slijmerige ‘worm’ naar buiten glijden. In onderstaand filmpje is te zien hoe hij te werk ging.

Bedorven eieren

Het onderzoeksteam onderzocht het weekdier en constateerde dat hij heel ander was dan zijn houtvretende neven. Dat heeft te maken met de leefomgeving waarin het beest is gevonden. De lagune lag vol met rottend hout. In combinatie met de modderige zeebodem ontstaat er waterstofsulfide, een gifgas dat voor ons ruikt naar bedorven eieren.

Voor de worm is het een waar feestmaal. De bacteriën die in zijn kieuwen leven maken als mini-chefs het eten klaar voor Kuphus. Dat doen ze door het gifgas om te zetten in nuttige koolstofverbindingen, ongeveer zoals groene planten aan fotosynthese doen.

Andere bacterie

Volgens de biologen kan de scheepsworm overigens wel zelf eten, maar zal hij in de meeste gevallen er het nut niet van inzien. Als gevolg zijn de spijsverteringsorganen van het dier flink gekrompen.

De ontdekking van het bijzondere eetgedrag van Kuphus biedt volgens de onderzoekers bewijs dat het dier ergens in de loop der evolutie een ander type bacterie kreeg. Deze nieuwe bacterie zorgde ervoor dat de scheepsworm de transitie maakte van het eten van hout naar het overleven op waterstofsulfide op een modderige zeebodem. Maar om dit precies vast te stellen zal verder onderzoek nodig zijn.

Bronnen: PNAS, University of Utah
Beeld: Marvin Altamia

BRON : kijkmagazine.nl

Verdere informatie en uitleg

  • Een interessante uitleg door het VLIZ (PDF)
    Niet-inheemse soorten van het Belgisch deel van de Noordzee en aanpalende estuaria – Paalwormen
  • Uitleg bij Stichting Anemoon voor de Paalworm en Scheepsworm

Studie: “Ribkwallen zijn voorouders van alle dierlijk leven”

Ribkwallen zouden aan de oorsprong van alle dierlijk leven liggen. ©AP

Ribkwallen zouden de eerste vorm van dierlijk leven op aarde zijn geweest. Dat ontdekten Amerikaanse onderzoekers. De nieuwe theorie weerlegt voorgaand onderzoek dat de spons als de oudste tak in het dierenrijk zag.

Een nieuwe genetische analyse van onderzoekers aan de Vanderbilt- en Wisconsin-Madison-universiteiten claimt dat ribkwallen de eerste vorm van dierlijk leven op onze planeet waren. Die bewering werd voordien sterk gecontesteerd door aanhangers van de sponstheorie, die dat simpele organisme als ultieme voorouder bestempelden.

Het onderzoek benaderde de theorie vanuit een compleet andere invalshoek om de discussie voor eens en voor altijd te beslechten. Terwijl wetenschappers voordien de stamboom van de dieren probeerden reconstrueren op basis van bestaande genetische data, focusten zij nu op de genen die de organismen allemaal deelden.

‘De truc is om de genensequenties van verschillende organismen te vergelijken om zo uit te zoeken welke organismen het meest verwant zijn’

PROFESSOR ATONIS ROKAS

“De truc is om de genensequenties van verschillende organismen te vergelijken om zo uit te zoeken welke organismen het meest verwant zijn”, aldus professor Antonis Rokas van Vanderbilt.

Baanbrekend

De analyse resulteerde in een zogenaamd “fylogenetisch signaal” dat de ribkwallen ontegensprekelijk aanduidde als eerste leven. De onderzoekers gebruikten diezelfde fylogenetische techniek ook om te achterhalen of krokodillen het meest verwant zijn aan vogels of schildpadden. Daaruit bleek dat schildpadden een zustersoort waren en vogels eerder dichte neven.

De onderzoekers benadrukten wel dat niet alle onenigheid hiermee zou wegebben. Eén eigenwijs gen kan genoeg zijn om de conclusie helemaal te doen keren van de ene soort naar de andere. Evolutie zou dan nagenoeg geen sporen in de genen achterlaten. Al gelooft professor Rokas dat de aanpak een baanbrekende impact zal hebben op de evolutiebiologie.

BRON
Bron artikel: the Independent

Zeldzame Groene rolsprietslakken duiken op in Grevelingenmeer

9-APR-2017 – Sportduikers hebben recent tenminste vijf waarnemingen gedaan van Groene rolsprietslakken in het Grevelingenmeer. Dat is opmerkelijk omdat het meerdere exemplaren van een zeer zeldzame soort betreft. Maar ook omdat het waarnemingen in het vroege voorjaar zijn van een soort die in het verleden in zomer of in najaar werd aangetroffen. Is de soort met een opmars in de Nederlandse kustwateren bezig?

De Groene rolsprietslak (Placida dendritica) is in de Nederlandse kustwateren een zeldzame soort zeenaaktslak. De eerste waarneming stamt uit 1992 in de Oosterschelde. Sindsdien zijn er in een beperkt aantal jaren slechts zeer weinig exemplaren aangetroffen in zowel Oosterschelde als Grevelingenmeer. De afgelopen twee jaar zijn er enkele slakken gevonden en nu dit jaar al tenminste vijf exemplaren. Het lijkt erop dat het aantal waarnemingen aan het toenemen is, maar het is nog te vroeg om nu al van een trendbreuk of een significante toename van de soort te kunnen spreken.

Vegetariër

De Groene rolsprietslak is een vegetariër die zich voedt met vooral grootcellige zachte groenwieren. Deze voedselbron sterft af in het najaar en komt in de loop van het voorjaar langzaam weer terug. De meeste waarnemingen van de slakken in het verleden komen dan ook vooral uit de zomer of het vroege najaar. Dat we zo vroeg in het jaar al zoveel slakken hebben gevonden is tenminste opmerkelijk te noemen.

Dit jaar zijn er zeer vroeg in het voorjaar al tenminste vijf exemplaren van de zeldzame Groene rolsprietslak in het Grevelingenmeer aangetroffen

Dit jaar zijn er zeer vroeg in het voorjaar al tenminste vijf exemplaren van de zeldzame Groene rolsprietslak in het Grevelingenmeer aangetroffen (Bron: Peter H van Bragt)

Mondiale verspreiding

De Groene rolsprietslak heeft een mondiale verspreiding. Hij komt voor op de West-Europese kust van Noorwegen tot in de Middellandse Zee, langs de Amerikaanse oost- en westkust en de kust van Australië, Nieuw-Zeeland en Azië. Deze mondiale verspreiding is waarschijnlijk veroorzaakt doordat in het verleden slakken als verstekeling met de mondiale scheepvaart in ballastwater meeliften of omdat de dieren met internationale schelpdiertransporten mee kwamen.

Zonne-energie

De slak is in staat om chloroplasten uit het voedsel, de groenwieren, intact in het lichaam op te slaan. Dit zijn de celorganellen die in de wieren voor de fotosynthese zorgen. Ook in de slakken zijn deze nog actief. Bij voldoende zonneschijn produceren de in de slak opgeslagen chloroplasten energiedragende biomoleculen die normaal voor de opbouw van de wieren dienen en nu direct de slak voeden. Dit geeft ze de Engelse bijnaam: solar-powered sea slugs.

De Groene rolsprietslak dankt zijn naam aan de groene kleur

De Groene rolsprietslak dankt zijn naam aan de groene kleur (Bron: Peter H van Bragt)

Nederlandse naam

De Groene rolsprietslak dankt zijn naam aan de groene kleur, afkomstig van de opgeslagen chloroplasten in de karakteristieke fijnmazige vertakkingen van de middendarmklier die door het gehele lichaam lopen. En aan de rhinoforen, de zintuigorganen op de kop van de slak zijn opgerolde huidflappen, met een open naad die over de gehele lengte van de uitsteeksels loopt.

Tekst en foto’s: Peter H van Bragt

Bron: Stichting ANEMOON

 

De vergiftigde walvisvangst, een documentaire

30 MARCH 2017 | 11.29 UUR Door Maartje Kouwen

De Faeröers jagen op walvissen voor hun levensonderhoud.

Voor hun voorbestaan zijn Faeröers afhankelijk van hun jacht op zeevogels en walvissen. Maar niet alleen de dieren, ook de bewoners worden door deze traditionele manier van leven bedreigd. Een documentaire over walvisvangst, ecotoxicologie en oceaanvervuiling.

Recensie

Een grillig eiland. Honderden mannen die zich in allerijl met touwen en messen naar de kust haasten. Walvissen die wild spartelend aanspoelen op het strand. En een zee die rood kleurt van het bloed.

Het is de openingsscene van de nieuwe film The Islands and the Whales, en een regelmatig terugkerende scene in het dagelijks leven op de Faeröer-eilanden. Ooit woonde er niemand op de eilanden; de allereerste bewoners leefden in harmonie met de natuur. Nog steeds leeft de inmiddels flink uitgedijde bevolking voornamelijk van de natuur. Maar harmonieus is dat niet meer te noemen.

Behalve de bekende griendenafslachting laat de film ook zien hoe groepjes mannen met vangnetten vanaf de kliffen stormvogels uit de lucht zwiepen, en vervolgens de vogelkoppen eraf rukken tot de vogels stoppen met klapperen. In een nachtelijke expeditie gaat het er vergelijkbaar aan toe. Keer op keer laat twaalf man langzaam een touw vieren vanaf een steile klif; de mannen die eraan hangen, komen terecht in een kolonie jan-van-genten, die stuk voor stuk de nek om wordt gedraaid. Een andere steile klif heeft inmiddels een soort takelsysteem om gevangen zeevogels in groepjes van vijftig efficiënt omhoog te takelen.

Ondanks de lugubere scenes weet de regisseur bijna sympathie te wekken voor de Faeröers

Ondanks de lugubere scenes weet de regisseur bijna sympathie te wekken voor de Faeröers. Ze slachten dan wel en masse grienden en zeevogels, een alternatief hebben ze niet. Op de afgelegen en steile eilanden is er nauwelijks een andere manier om voedsel te bemachtigen dan jacht. De jacht is niet alleen nationaal erfgoed voor de van folklore en traditie doorspekte gemeenschap, het is ook bittere noodzaak.

De kijker volgt de sympathieke zeevogeljager Bárur uit Kvivik, die zijn gezin van drie jonge meisjes onderhoudt door dagelijks vogels te vangen en van veren te ontdoen, en ze aan vleeshaken ophangt in de vrieskou. ’s Avonds schuift iedereen in dikke gebreide truien aan tafel, waar vrouw Elsa schalen walvisvlees- en blubber klaarzet. Met wat ketchup werken ook de meisjes de taaie stukken naar binnen.

Keerzijde
Dat die levenswijze een keerzijde heeft – niet alleen voor de gedecimeerde populaties zeevogels – is de rode draad en steeds terugkerende boodschap van arts Pál Weihe, die zelf ook onderdeel uitmaakt van de gemeenschap. Hij onderzoekt inmiddels al bij drie generaties Faeröers de gezondheidseffecten van walvisvlees- en blubber. Hij test het kwikgehalte in haar en bloed bij de bevolking. En dat blijkt ongezond hoog bij mensen die traditioneel eten. Het vlees dat zij eten zou volgens hem in andere landen nooit verkocht en gegeten worden door het schrikbarend hoge kwikgehalte.

Aanvankelijk lijkt de arts geen missie te hebben; de meerdere generaties maken zijn proefpersonen vooral een heel interessante onderzoeksgroep. Maar de ontdekking dat bijvoorbeeld ook de kleine meisjes van Bárur ongezond hoge kwikgehaltes hebben, lijkt hem steeds feller te maken. De hoge kwikgehalte kunnen onder meer gepaard gaan met neurologische aandoeningen en verstoorde hersenontwikkeling. ‘We zijn de duizenden kinderen die we getest hebben actie verschuldigd.’

Flauwekul
Niet iedereen is ontvankelijk voor die boodschap. ‘Ik heb nog nooit gehoord dat iemand dood ging door kwik’, stelt Bárurs vader. ‘Wat een flauwekul.’ En ook Bárur zelf is niet van plan zich iets te laten voorschrijven: ‘De meisjes doen het prima op school; dat valt niet te rijmen met de kwik-uitslag. Wat ze later gaan doen moeten ze zelf weten, maar thuis eten we gewoon griend.’ Het is typerend voor de lagen in de bevolking: de ouderen en jongvolwassenen willen vasthouden aan hun traditie en staan ook fel tegenover een bezoek van Sea Shepherd die de jacht wil stoppen. Alleen de jongeren worden enigszins aan het denken gezet.

Opvallend is dat de Faeröers vooral niet hun hand in eigen boezem willen steken. De vogelpopulaties nemen volgens hen niet af door de jacht, maar doordat er geen plankton en vis meer is. Vogelmagen zitten vol plastic. De hele wereld is de zee aan het vergiftigen, en daarmee hun leven letterlijk aan het verzieken. Er moet geen einde komen aan hun traditie, maar aan de vervuiling.

Vergiftigd
Daarmee geeft de regisseur een opvallende draai een het beeld van de Faeröers die voorheen toch vooral als daders worden gezien: ze worden nu neergezet als slachtoffers van het harde bestaan dat ze leiden; gevangen op hun afgelegen eiland, met niets anders dan vergiftigd vlees.

Hoewel de regisseur daar niet volledig in slaagt, geeft de film wel een interessant inkijkje in het harde leven op de eilanden. Het zijn ook maar mensen, lijken de beelden van volksfeesten en huiselijke taferelen te moeten illustreren. En niet deze tradities, maar juist het vergiftigde vlees dat ze desondanks eten, zal bij menig kijker toch enig begrip voor de situatie wekken.

The Islands and the Whales
Regie door Mike Day
Productie Intreprd Cinema
vanaf 30 maart in Nederlandse bioscopen

Bron : bionieuws

Ernstig bedreigde palingen zwemmen onze Vlaamse rivieren op na 6000 kilometer lange trektocht

Oostende (2017.03.20) – Met de lente in aantocht is ook de jonge paling of glasaal terug. Vanuit zee zwemmen ze momenteel de rivieren en kanalen op, een tocht vol hindernissen. Hun aantal is, hier maar ook elders in Europa, nog slechts een fractie (2%) van wat aan glasalen 50 jaar geleden de rivieren opzwom. Een van de belangrijkste redenen voor deze sterke achteruitgang en de status ‘Ernstig bedreigd’ zijn de vele migratiebarrières voor naar zee zwemmende volwassen paling. Binnen het project LifeWatch volgen het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ), de Universiteit Gent, het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) en VLAIO deze trek op met zenders. Een animatiefilmpje (zie onder) illustreert deze bevindingen.

Persbericht door: Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) en LifeWatch Belgium, i.s.m. UGent en INBO

De Europese paling (Anguilla anguilla) is een van onze bekendste vissen. Ondanks jarenlang onderzoek kan de soort nog steeds niet gekweekt worden. Er bestaan wel palingkwekerijen, maar die kopen jonge wilde paling op om die vervolgens vet te mesten. Mede door consumptie en overbevissing is de palingpopulatie sinds de jaren 70 dramatisch (met 98%) gekrompen. Ook andere factoren zoals allerlei barrières tijdens de trek (stuwen, sluizen …), watervervuiling, ziektes en parasieten, tot klimaatverandering spelen een rol.

Deze achteruitgang is ook duidelijk bij de glasaalintrek aan onze kust. Jonge doorzichtige palingen van 5-10 cm lang (‘glasalen’) trekken elk voorjaar tussen februari en mei vanuit zee het zoete water op. Uit onderzoek de voorbije decennia blijkt het om nog slechts een paar procent te gaan van het aantal dat 50 jaar geleden onze rivieren opzwom. Om glasalen in België de kans te geven het zoete water te koloniseren, wordt – op basis van onderzoek van het INBO – sinds enkele jaren aangepast spuibeheer toegepast: hierbij zet de Vlaamse waterbeheerder Waterwegen en Zeekanaal NV tijdens de intrekperiode de sluizen bij hoog water op een kiertje.

Wanneer ze enkele jaren later volgroeid zijn, veranderen ze in het zogenaamde ‘zilverpaling-stadium’. Om de 6000 km lange trektocht naar de Sargassozee tot een goed einde te brengen ontwikkelen ze grotere vinnen en veranderen ze van kleur. Om beter gecamoufleerd te zijn tegen vijanden, meten ze zich een donkergrijze rug en een zilverwitte buik aan. En omdat ze tijdens de trek naar de Sargassozee niet meer eten, kwijnt hun spijsverteringsstelsel weg. Net als bij de jonge glasaal, botst ook de volwassen zilverpaling op heel wat hindernissen (waterkrachtcentrales, pompstations, stuwen en sluizen), maar dan in omgekeerde richting. Om inzicht te krijgen in hoe palingen deze soms gevaarlijke migratieknelpunten passeren en hun reisroute op zee vervolgen, zet het Europese project LifeWatch in op het zenderen en volgen van zilverpaling. Het VLIZ, INBO, UGent en VLAIO bouwen binnen dit kader een netwerk van ontvangers uit. Met de bekomen info kunnen waterbeheerders vervolgens zo veel mogelijk de weg vrijmaken voor de trekkende paling.

Intussen suggereert het onderzoek ook nieuwe trekroutes voor de paling. In strijd met de algemene opvatting dat uittrekkende zilverpaling de Noordzee via de noordelijke uitgang verlaat, toont de LifeWatch-monitoring dat ook de zuidwestelijke route via het Engels Kanaal mogelijk een rol van betekenis speelt. Aanwijzingen hiervoor zijn de passage van zowel Belgische, Nederlandse als Duitse palingen voor de kust van België. Deze kortere route bespaart energie wat de voortplanting ten goede komt. Een ander mogelijk gevolg is dat het voorkeur geniet beheersmaatregelen te nemen in die landen waar paling de ‘korte route’ neemt (bv. België en Nederland).

Met de bedoeling het brede publiek te informeren over de problematiek van de Europese paling en over de bevindingen van het zenderonderzoek, maakte het VLIZ voor LifeWatch Belgium een korte animatiefilm aan (3 minuten).

Perscontact

Pieterjan Verhelst
UGent – Marine Biology Research Group
T: +32 (0)9 264 85 17
GSM: +32 (0)499 38 72 87
E: Pieterjan.Verhelst@UGent.be